15 misconceptions (and 1 conclusion) about cannabis

[Caduceus Mercurius]

Written by the mayor of Maastricht, a Dutch city close to the borders of Germany and Belgium. A Dutch, German and French version of this text will be posted below this one.

1. Cutting back the number of coffee shops will help reduce cannabis use.

Not true. In the Netherlands – the only Western nation where cannabis is sold “legally

 

[Caduceus Mercurius]

15 misverstanden (en 1 conclusie) over cannabis

1. Minder coffeeshops zal leiden tot minder cannabisgebruik.

Dat is niet waar. In Nederland – het enige Westerse land waar ‘legaal’ in coffeeshops cannabis wordt verkocht - gebruikt 13 procent van de jongeren cannabis. In landen waar cannabisgebruik streng bestraft wordt gebruiken veel meer jongeren cannabis: België, Ierland, VS (17%), VK (20%), Frankrijk (22%).

2. Wie cannabis gebruikt heeft een grotere kans hard drugs te gaan gebruiken (‘stepping stone’)

Op zich zichzelf is dat waar: wie whisky drinkt is ooit met bier begonnen, en is niet direct van limonade op sterke drank overgestapt. Daarom is het ook belangrijk de eerste stap niet te zetten. Nederland is daar succesvol in: slechts 12 procent van de totale bevolking heeft ooit cannabis gebruikt. In de VS is dat 28 procent, in Australië 40 procent. Met als gevolg dat Nederland weinig harddrug-gebruikers kent, en weinig drugsdoden.

3. Coffeeshops nodigen uit tot het kopen van harddrugs.

Dat is niet waar. Coffeeshops leiden juist tot een strenge scheiding tussen soft- en harddrugs. De cannabisgebruiker zoekt graag de veilige, legale, vriendelijke shop en stapt niet graag over naar de keiharde, illegale, criminele harddrugswereld.
In landen waar cannabis en coke, hash en heroïne even illegaal zijn, is de cannabisgebruiker vanaf het eerste moment overgeleverd aan criminele dealers. Hij zit dan toch al in die sinistere wereld, en dan is de stap naar harddrugs makkelijk gemaakt.
De cijfers bewijzen het: In Nederland is 3 op de 1000 inwoners van 15-64 jaar verslaafd aan harddrugs. In Luxemburg, het Verenigd Koninkrijk, Italië, Portugal en Denemarken tussen 7 en 10 per 1000 inwoners. In Nederland 1 drugsdode per 100.000 inwoners, in Duitsland, Zweden en Finland tussen 1 en 2 per 100.000 inwoners, in Denemarken 5 en Noorwegen 8.

4. Coffeeshops leiden tot overlast

Dat hoeft niet zo te zijn. Coffeeshophouders zijn gebaat bij rust en veiligheid – omdat ze anders hun lucratieve vergunning kwijt raken - en ook de cannabisroker staat niet bekend als onruststoker. In Maastricht is er toch veel overlast, maar dat komt door de enorme aantallen cannabistoeristen. Per jaar komen 1,5 miljoen buitenlanders naar Maastricht voor de cannabis. Dat zijn aantallen die vanzelf leiden tot overlast.
Nu is het wel zo dat we met bonafide coffeeshophouders afspraken kunnen maken over die overlast: de overheid kan ze proberen uit de woonwijken weg te halen en naar de randen van de stad te verplaatsen. De coffeeshophouders werken daaraan mee omdat ze op een rustige manier zaken willen doen. Met illegale coffeeshophouders kun je die afspraken niet maken.

5. De teelt van cannabis is per definitie in handen van criminelen.

Dat hoeft natuurlijk niet. Je kunt ook regelen dat de bonafide coffeeshops worden bevooraad door bonafide telers en bonafide distributeurs.
In Nederland is er echter voor gekozen om teelt en handel in handen van de georganiseerde misdaad te leggen. Immers: een coffeeshop mag cannabis verkopen, een klant mag het consumeren, maar niemand mag het telen en distribueren. En omdat het toch geproduceerd moet worden, nemen criminelen (en illegale thuiskwekers) deze taak op zich. En zo wordt alleen al in Maastricht jaarlijks € 50 miljoen door criminelen verdiend.
Dat is een absoluut doorgeschoten gedoogbeleid. Heel vriendelijk voor de mafia, maar ontwrichtend voor een Maastrichtse, Tilburgse, Rotterdamse of Amsterdamse, samenleving.

6. Die criminaliteit kun je uitroeien door de teelt en handel in cannabis uit te roeien.

Dat zal nooit werken. We hebben hier boven gezien: de gereguleerde voordeur heeft grote voordelen ten opzichte van sluiten. Maar dan moet je ook de achterdeur regelen. Anders houd je de criminaliteit in stand. Immers: als je de verkoop blijft toestaan, moet de cannabis ergens vandaan komen. Als de bakker brood mag verkopen, moet hij ook meel kunnen inslaan.

Zolang je de bakkers blijft tolereren, zul je graanboeren en molenaars houden. Dat geldt ook voor coffeeshops: elke plantage die je sluit, zal leiden tot een nieuwe plantage. En als we ze met veel geweld de stad Maastricht uit knuppelen, zullen ze in de gebieden buiten Maastricht weer boven de grond komen: het waterbed-effect.

Je kunt natuurlijk ook de bakkerijen – de coffeeshops – sluiten. Dat is in ieder geval consequent. Als de Nederlandse regering de achterdeur niet wil regelen, dan zal Maastricht moeten kiezen voor een keihard schoonvegen van de stad. Maar zoals dat met bakkerijen en graanboeren zou gaan, gaat dat ook met coffeeshops en plantages: ze gaan illegaal, op andere plekken buiten Maastricht, gewoon verder. Want de behoefte aan brood blijft even groot. En dat geldt ook voor de behoefte aan cannabis: onder –1- zagen we dat er in landen zonder coffeeshops zelfs meer wordt gebruikt dan in Nederland.

Vandaar het Maastrichts voorstel om tegelijkertijd de teelt en handel onder strikte voorwaarden te reguleren én de coffeeshops te verplaatsen naar terreinen waar ze geen overlast veroorzaken. Alleen in de totale samenhang werkt dit beleid.

Deze aanpak heeft onze voorkeur omdat ze leidt tot minder cannabisgebruik, minder harddrugsgebruik, minder overlast en minder criminaliteit. De andere optie is: een keiharde oorlog tegen drugs, de stad schoonvegen, waardoor alles buiten de stad illegaal verder gaat.

7. Het reguleren van teelt en handel heeft een aanzuigende werking op drugstoerisme

Dat is natuurlijk onzin. Buitenlanders komen naar coffeeshops omdat je hier cannabis kunt kopen (maximaal 5 gram per persoon) zonder gearresteerd te worden. Hoe die cannabis aan de achterkant de coffeeshop binnenkomt, zal ze worst wezen.

8. Regulering van de achterdeur is juridisch onmogelijk.

De gereguleerde voordeur (de verkoop van cannabis onder strikte voorwaarden en onder strikt toezicht aan particulieren) is óók juridisch onmogelijk. Immers: de Nederlandse opiumwet verbiedt het bezit van cannabis volledig. Toch geeft de minister van justitie een aanwijzing aan het Openbaar Ministerie: minder dan 5 gram particulier bezit en minder dan 500 gram voorraad in coffeeshops wordt niet vervolgd.

Iets soortgelijks kan hij dus ook voor de achterdeur regelen. Legaliseren kan niet, willen we ook niet, reguleren kan wel.

9. Regulering van de achterdeur stuit op Europese bezwaren

Eurocommissaris Frattini (o.a. drugszaken) zegt in mei in Volkskrant: Nederland moet het zelf beslissen, het is een nationale aangelegenheid, mits buurlanden er geen last van hebben. Buurlanden hebben NU juist heel veel last van de strengere aanpak van de plantages in Nederland. En klagen dus ook, terecht. Als wij de plantages hard aanpakken, en dat doen we, verdwijnt de productie allemaal naar België en Duitsland. De laatste tijd worden daar veel plantages opgerold, die vervolgens weer elders verder gaan. Immers de markt wordt echt niet kleiner, zoals we hier boven hebben gezien, en het zal dus ergens geproduceerd moeten worden.

10. Burgemeester Leers van Maastricht verheerlijkt cannabisgebruik

Dat is dus echt flauwekul. Burgemeester Leers heeft niks met cannabis, heeft het nooit gebruikt, en hoopt dat de jeugd er met zijn tengels van af blijft. Maastricht kiest een beleid dat voorkomt dat kinderen aan de cannabis gaan. Nederland heeft bewezen daar gunstig in te scoren en Maastricht steunt dat beleid dus ook.

Het probleem is: de morele bezwaren die Burgemeester Leers heeft tegen cannabis, los je niet op door te moraliseren.
Want als je gaat moraliseren, moet je coffeeshops sluiten, en de gevolgen daarvan zijn: meer kinderen aan de cannabis, meer overstap naar harddrugs, en een nog grotere criminaliteit.

11. Het reguleren van de teelt en handel (‘achterdeur’) heeft geen zin. Er blijft criminaliteit bestaan.

Nu zijn we een derde van de politie-inzet kwijt aan iets te bestrijden wat niet te bestrijden valt, omdat we het een vaste plek in onze samenleving hebben gegeven: cannabisteelt. Alles wat we neerslaan, komt op een andere plek weer terug. Als we nu de aanvoer naar de gereguleerde shops uit de handen halen van de mafia, door het bij bonafide kwekers te leggen, is het overgrote deel van het probleem opgelost. Dan kunnen we de politie-inzet concentreren op de laatste resten illegaliteit. Dat is veel effectiever.

12. Bij het reguleren van teelt en handel zal de prijs stijgen, waardoor illegale cannabis aantrekkelijk blijft

Dat is onwaarschijnlijk. De prijs zal zakken omdat er geen risicopremies meer betaald hoeven te worden. Maar deels ook weer stijgen omdat de bonafide teler ook bonafide belasting en werknemerspremies gaat betalen. Volgens de coffeeshophouders zullen die effecten elkaar netto opheffen. De vergelijking die Nederlandse ministers wel eens maken met medicinale cannabis (legale, zeer beperkte teelt van marihuana voor bijvoorbeeld reumapatiënten) loopt mank, omdat het daar om veel kleinere hoeveelheden ging en bij ieder plantje bovendien een hele collegezaal vol professoren werd ingehuurd om de boel te begeleiden en te controleren.

13. Het THC gehalte zal dalen in de gereguleerde cannabis, dus zullen de ‘hardliners’ de illegaliteit blijven opzoeken.

Het THC-gehalte (zeg maar: het ‘alcoholpercentage’ in cannabis) is nu ook al aan het dalen na jaren gestegen te zijn. Gebruikers willen SOFT-drugs en slaan op hol van de ‘harde’ cannabis die tijdelijk op de markt is geweest. En dat willen ze niet. In het café wordt ook meer bier gedronken dan whisky. De markt regelt het dus zelf.

14. Maastricht verplaatst zijn problemen naar de Belgische grens

Het is precies andersom: België verplaatst zijn problemen naar Maastricht. Justitie in België vervolgt bezitters van minder dan 3 gram cannabis niet. Ze mogen het dus in België hebben. Maar ze mogen het niet in België kopen. Daarvoor moeten ze naar Maastricht. En daarmee veroorzaakt België een gigantisch probleem in onze stad.

Dat probleem gaan wij aanpakken door een aantal Coffeeshops (8 van de 15) weg te halen uit de onoverzichtelijke binnenstad en uit woonwijken en deze in groepen van 2 of 3 te concentreren in drie 'CoffeeCorners' aan de randen van de stad.

Die randen van de stad vallen voor een deel samen met de staatsgrens tussen Nederland en België. Toch blijven we per saldo verder weg van die grens dan in de oude situatrie. De twee grootste coffeeshops van Maastricht - de beroemde cannabisboten die vrijwel alleen op Belgische klandizie draaien - liggen nu 3,5 kilometer van de grens. Dat wordt 8,3 kilometer.

Wie over Smeermaas (Lanaken) Maastricht binnenkomt vond 2100 meter na de grens twee coffeeshops aan de Bosscherweg. Dat wordt nu inderdaad minder: 600 meter. Maar in een veel beter te controleren omgeving. Daarvoor in ruil verdwijnen er trouwens ook weer twee: Annalaan en Brusselsestraat (resp. 2,7 en 3,4 kilometer van de grens).

Gemiddeld genomen komen de coffeeshops dus verder van de grens te liggen dan ze nu liggen. En bovendien beter toegankelijk, met betere parkeervoorzieningen, waardoor de enorme overlast van - met name Belgische - cannabistoeristen kan afnemen. Met die toerist is trouwens niks mis, maar wel met de massa, die in de kleine kronkelige straatjes van Maastricht veel overlast veroorzaakt. Ook kunnen we in de nieuwe CoffeeCorners de illegale straatverkoop beter tegengaan. En komt er een toegangscontrole die strenger is dan op Zaventem.

Maastricht verplaatst haar problemen dus niet naar België, Maastricht lost een probleem op. Voor haar eigen burgers, die de overlast van het massale cannabistoerisme meer dan beu zijn, voor haar buren en voor haar gasten. Ook dat zijn merendeels Belgen, die in Maastricht veilig willen wonen, uitgaan, shoppen, werken en parkeren.

15. Gezondheidsrisico nummer 1

Jaarlijks aantal doden in Nederland als het gevolg van:

Obesitas: 40.000
Tobacco: 18.000
Alcohol: 3.500
Harddrugs: 60
Magic Mushrooms: 0,1
Cannabis: 0

Conclusie

Het Nederlands beleid is goed voor de volksgezondheid, omdat het relatief weinig cannabisgebruikers oplevert, en een beperkte overstap op hard-drugs. Het beleid is slecht voor de samenleving als geheel, omdat de productie en handel in handen zijn gelegd van de georganiseerde misdaad.

Dat kan tegen gegaan worden door niet alleen de verkoop en consumptie, maar ook de teelt en distributie onder strenge voorwaarden te reguleren.

Op lokaal niveau, en dan vooral in grenssteden speelt er nog een aspect: overlast door de vele buitenlandse cannabistoeristen. Daarvoor is een oplossing denkbaar: verplaatsen van coffeeshops naar plekken waar de buitenlanders langs rijden en waar weinig mensen wonen.

Daarvoor is vaak de medewerking van buurgemeenten nodig, die nu geen coffeeshops hebben (die zijn allemaal in de centrumgemeente, zoals Maastricht, gevestigd) en dus ook niet staan te trappelen om in hun buurt een coffeeshop te krijgen.

Dat is begrijpelijk. Het alternatief is echter nog veel onaantrekkelijker:

1. Als de buurgemeenten niet meewerken zal een stad als Maastricht het aantal coffeeshops verlagen: precies genoeg om de eigen bevolking te voorzien. De markt zal niet afnemen, en zich dus verplaatsen naar omliggende gemeenten.

2. Als Den Haag niet meewerkt aan het reguleren van de ‘achterdeur’ (teelt en handel), zal Maastricht op een andere manier het evenwicht - de consequentie in het beleid - moeten zien te bereiken. En dat kan alleen door het sluiten van alle coffeeshops. Als de achterdeur op slot blijft, zal op termijn ook de voordeur op slot moeten.

De ellende voor de buurgemeenten wordt dan nog groter. Want het is en blijft een illusie dat de behoefte aan cannabis vermindert.

Maar de ware slachtoffers zijn vooral onze jongeren. Die moeten hun cannabis kopen bij zware criminelen die niet zullen nalaten om ook zware harddrugs te slijten. Zoals dat nu in Frankrijk, Engeland, de VS en vele andere Westerse landen gebeurt; landen waar zowel het cannabis- als het harddrugsgebruik vele malen hoger ligt dan in Nederland.

Voor het welzijn van cannabisgebruikers en niet-cannabisgebruikers is een strikte regulering van voor- en achterdeur, met een verstandig spreidingsbeleid, de beste oplossing.

Maar het is, zoals hierboven aangetoond, een totaalpakket. Voordeur, achterdeur en spreiden, moeten in één beleid worden gerealiseerd. En anders moeten we terugvallen op scenario 2: het gangbare Europese model. Met meer gebruikers, meer overstap naar harddrugs, meer criminaliteit, meer maatschappelijke schade.

De bekende FBI-crimefighter Joseph McNamara, en George Schultz, de havik uit de Reaganregering, kwamen in 2002 tot een voor hen opmerkelijke conclusie. Een dappere conclusie, vanuit hun positie. Maar een conclusie die wij eigenlijk al lang kennen, als we onszelf durven te dwingen rationeel, en niet moreel, naar het drugsprobleem te kijken. Zij schreven in een brief aan Kofi Anan, mede ondertekend door onze oud-premier Dries van Agt: “The war on drugs causes more harm than drugs-abuse itself

Bron: http://www.maastriht.nl/maastricht/show/id=221417/framenoid=39732

 

[Caduceus Mercurius]

15 Missverständnisse (und 1 Schlussfolgerung) über Cannabis

1. Weniger Coffeeshops bedeutet auch weniger Cannabiskonsum.

Das stimmt nicht. In den Niederlanden, dem einzigen westlichen Land, in dem in Coffeeshops "legal" Cannabis verkauft wird, konsumieren 13% der Jugendlichen Cannabis. In Ländern, in denen der Cannabiskonsum streng verboten ist, ist dieser Prozentsatz wesentlich höher: In Belgien, Irland und den USA sind es 17%, in Großbritannien 20% und in Frankreich sogar 22%.

2. Wer Cannabis konsumiert, tut schneller den Schritt zu harten Drogen (Stichwort "Einstiegsdroge").

An sich stimmt diese Theorie: Wer Whisky trinkt, hat einst mit Bier angefangen und ist wohl kaum direkt von Limonade auf Hochprozentiges umgestiegen. Deshalb ist es auch wichtig, diesen ersten Schritt gar nicht erst zu tun. Die Niederlande sind dabei recht erfolgreich: Nur 12% der Gesamtbevölkerung haben schon einmal Cannabis konsumiert. In den USA sind es immerhin 28% und in Australien sogar 40%. Die Folge: In den Niederlanden ist die Zahl der Konsumenten harter Drogen und die Zahl der Drogentoten geringer.

3. Coffeeshops ermutigen zum Kauf harter Drogen.

Das stimmt nicht. Im Gegenteil: Coffeeshops gewährleisten eine klare Trennung zwischen weichen und harten Drogen. Cannabiskonsumenten bevorzugen gerade die sichere, legale und einladende Atmosphäre der Coffeeshops und meiden die harte, illegale und kriminelle Szene der harten Drogen.
In Ländern, in denen nicht zwischen Cannabis und Kokain, zwischen Haschisch und Heroin unterschieden wird, ist der Cannabiskonsument vom ersten Moment an gezwungen, sich mit kriminellen Dealern einzulassen. Und wenn er erst einmal mit dieser zwielichtigen Welt in Berührung gekommen ist, ist der Schritt zu harten Drogen natürlich schnell getan.
Die Zahlen belegen es: In den Niederlanden sind 3 von 1000 Einwohnern zwischen 15 und 64 Jahren von harten Drogen abhängig. In Luxemburg, Großbritannien, Italien, Portugal und Dänemark sind es immerhin zwischen 7 und 10 Menschen pro 1000 Einwohner. Auch die Zahl der Drogentoten ist in den Niederlanden mit 1 pro 100.000 Einwohner niedriger als in Deutschland, Schweden und Finnland (1 bis 2 Drogentote pro 100.000 Einwohner) und bedeutend geringer als in Dänemark und Norwegen (5 bzw. 8 Drogentote pro 100.000 Einwohner).

4. Coffeeshops stören die öffentliche Ruhe und Ordnung

Das muss nicht so sein. Die Betreiber der Coffeeshops wollen Ruhe und Sicherheit - schließlich riskieren sie sonst ihre lukrative Konzession - und auch die Konsumenten sind nicht gerade als Unruhestifter bekannt. In Maastricht leidet die öffentliche Ruhe und Ordnung trotzdem unter den Coffeeshops, aber das liegt an den enormen Mengen so genannter Cannabistouristen. Jährlich kommen rund 1,5 Millionen Menschen aus dem Ausland nach Maastricht, um hier Cannabis zu kaufen/konsumieren. Diese Menschenmengen allein sorgen für Probleme.
Nun ist es so, dass wir mit den Betreibern "anerkannter" Coffeeshops Vereinbarungen treffen können, um diese Probleme im Rahmen zu halten: Die Stadt kann versuchen, die Coffeeshops aus den Wohngebieten an den Stadtrand zu verlegen. Die Betreiber der Coffeeshops begrüßen diesen Ansatz, denn sie möchten in ruhiger Umgebung ihrem Geschäft nachgehen. Mit illegalen Coffeeshop-Betreibern sind solche Absprachen natürlich nicht möglich.

5. Der Anbau von Cannabis ist grundsätzlich in Händen Krimineller.

Das muss natürlich nicht so sein. Man könnte auch Regelungen treffen, Coffeeshops über bestimmte Zwischenhändler von bestimmten Züchtern beliefern zu lassen, die allesamt "anerkannt" sind.
Die Niederlande haben jedoch beschlossen, den Anbau und den Handel dem organisierten Verbrechen zu überlassen. Schließlich darf ein Coffeeshop Cannabis verkaufen, der Kunde darf es konsumieren, der Anbau und Zwischenhandel jedoch sind verboten. Und weil das Cannabis schließlich irgendwo angebaut werden muss, übernehmen Kriminelle (und illegale "Heimzüchter") diese Aufgabe. Und so verdient das organisierte Verbrechen allein in Maastricht jährlich rund 50 Millionen Euro.
Die niederländische Duldungspolitik ist damit weit übers Ziel hinaus geschossen. Das freut zwar die Mafia, hat letztendlich aber die Zerrüttung der Maastrichter, Tilburger, Rotterdamer und Amsterdamer Gesellschaft zur Folge.

6. Diese Kriminalität lässt sich ausrotten, indem der Anbau und Handel ausgerottet werden.

Das wird niemals funktionieren. Wir haben es oben gesehen: Es ist besser, den Vordereingang kontrolliert zu öffnen, als ihn ganz zu schließen. Aber dann muss man auch die Hintertür im Auge behalten. Alles andere würde die Kriminalität nur unterstützen. Wenn der Verkauf legal bleibt, muss das Cannabis schließlich irgendwoher stammen. Wenn ein Bäcker Brot verkaufen darf, muss es ihm auch gestattet sein, Mehl zu kaufen.

Solange Bäckereien toleriert werden, wird es auch Getreidebauern und Müller geben. Bei den Coffeeshops ist es nicht anders: Für jede Plantage, die geschlossen wird, wird an anderer Stelle eine neue entstehen. Und wenn wir diese Plantagen mit roher Gewalt aus der Stadt vertreiben, werden sie in den Gebieten außerhalb Maastrichts wieder auftauchen: Wir nennen das den Wasserbett-Effekt.

Man könnte natürlich auch die Bäckereien – die Coffeeshops – schließen. Das wäre zumindest konsequent. Wenn die niederländische Regierung nicht bereit ist, den Hintereingang zu kontrollieren, dann wird Maastricht keine andere Wahl bleiben, als die Stadt radikal zu säubern. Aber wie bei den Bäckern und Getreidebauern wäre es auch bei den Coffeeshops und den Plantagen: Sie werden andernorts, außerhalb der Stadt illegal weitergeführt. Denn die Nachfrage nach Brot bleibt unverändert. Und das gilt auch für die Nachfrage nach Cannabis: Unter Punkt 1) haben wir gesehen, dass der Konsum in anderen Ländern, in denen Coffeeshops nicht erlaubt sind, sogar höher ist als in den Niederlanden.

Deshalb schlägt die Stadt Maastricht vor, den Anbau und Zwischenhandel unter strengen Auflagen zu regulieren und gleichzeitig die Coffeeshops in Gebiete zu verlegen, in denen sie die öffentliche Ruhe und Ordnung nicht stören. Diese Politik ist nur in ihrem Gesamtzusammenhang wirkungsvoll.

Dies ist der Ansatz, den die Stadt Maastricht begrüßen würde, denn so ließen sich der Cannabiskonsum senken, der Konsum harter Drogen reduzieren, die öffentliche Ruhe und Ordnung bewahren und die Kriminalität bekämpfen. Die Alternative lautet: knallharter Krieg den Drogen und Säuberung der Stadt. Das hätte zur Folge, dass der gesamte Cannabismarkt außerhalb der Stadtmauern illegal weitergeführt würde.

7. Die Regulierung des Anbaus und Handels fördert den Drogentourismus.

Das ist natürlich Unsinn. Die ausländischen Cannabiskonsumenten besuchen die Coffeeshops, weil sie hier Cannabis (bis zu 5 Gramm pro Person) kaufen dürfen, ohne befürchten zu müssen, festgenommen zu werden. Wie dieses Cannabis durch den Hintereingang in den Coffeeshop gelangt, ist ihnen egal.

8. Die Regulierung des Hintereingangs ist rechtlich unmöglich.

Die Regulierung des Vordereingangs (der Verkauf von Cannabis an Privatpersonen unter strengen Auflagen und unter strenger Aufsicht) ist rechtlich ebenfalls unmöglich. Schließlich verbietet das niederländische Betäubungsmittelgesetz den Besitz von Cannabis uneingeschränkt. Und dennoch hat das niederländische Justizministerium die Staatsanwaltschaft angewiesen, den Besitz von weniger als 5 Gramm bei Privatpersonen bzw. von weniger als 500 Gramm als Vorrat in Coffeeshops nicht strafrechtlich zu verfolgen.

Eine ähnliche Regelung könnte auch für den Hintereingang getroffen werden. Eine Legalisierung kommt nicht in Frage (und liegt auch nicht in unserer Absicht), aber eine Regulierung ist möglich.

9. Die Regulierung des Hintereingangs stößt in Europa auf Kritik.

Der EU-Kommissar Franco Frattini (u.a. zuständig für Drogenangelegenheiten) sagte im Mai in einem Interview mit der niederländischen Zeitung "Volkskrant", die Niederlande müssten in dieser Frage selbst entscheiden. Es sei eine Angelegenheit nationaler Politik, sofern die Nachbarstaaten dadurch keine Nachteile erfahren. Die Nachbarländer leiden aber gerade JETZT unter der wesentlich strengeren Anbaupolitik der Niederlande. Und deshalb beklagen sie sich - mit Recht. Wenn wir die Plantagen streng bekämpfen (und das tun wir), weicht die Produktion vollständig nach Belgien und Deutschland aus. In der letzten Zeit werden dort von der Polizei vermehrt Plantagen entdeckt, für die anschließend an anderer Stelle wieder neue Plantagen entstehen. Der Markt wird eben nicht kleiner, wie wir oben bereits gesehen haben. Irgendwo muss die Ware ja schließlich produziert werden.

10. Der Maastrichter Bürgermeister Leers verherrlicht den Cannabiskonsum.

Das ist natürlich absoluter Unsinn. Bürgermeister Leers macht sich nichts aus Cannabis, er hat es niemals konsumiert und er hofft, dass die Jugend ihre Finger davon lässt. Maastricht steht für eine Politik, die verhindert, dass Kinder mit Cannabis in Berührung kommen. Die Niederlande haben bewiesen, dass sie diesen Ansatz erfolgreich umgesetzt haben. Und die Stadt Maastricht steht hinter dieser Politik.

Das Problem ist vielmehr Folgendes: Die moralischen Bedenken, die Bürgermeister Leers gegen Cannabis hegt, lassen sich nicht mit einfachen Moralpredigten aus der Welt schaffen.
Denn wer moralisiert, der muss konsequenterweise die Coffeeshops schließen. Und was das zur Folge hätte, wissen wir: mehr jugendliche Cannabiskonsumenten, mehr "Umsteiger" auf harte Drogen, mehr Kriminalität.

11. Die Regulierung von Anbau und Handel ("Hintereingang") ist sinnlos. Die Kriminalität bleibt.

Derzeit gilt ein Drittel aller Polizeieinsätze der Bekämpfung einer Sache, die sich nicht bekämpfen lässt, da wir ihr einen festen Platz in unserer Gesellschaft eingeräumt haben: dem Cannabisanbau. Alles, was wir aufdecken, taucht an anderer Stelle wieder auf. Wenn wir nun der Mafia die Belieferung der Coffeeshops aus den Händen nehmen, indem wir sie "anerkannten" Plantagenbetreibern überlassen, ist der größte Teil unseres Problems gelöst. Dann könnte unsere Polizei sich auf die letzten Reste der Illegalität konzentrieren. Und das wäre wesentlich effektiver.

12. Durch die Regulierung des Anbaus und Handels werden die Preise steigen, so dass der illegale Cannabismarkt auch weiterhin lukrativ bleibt.

Das ist unwahrscheinlich. Die Preise werden sinken, da keine Risikoprämien mehr bezahlt werden müssen. Andererseits werden sie jedoch auch steigen, weil die Plantagenbetreiber auch Steuern und Arbeitnehmerbeiträge entrichten müssen. Laut Aussage der Coffeeshop-Betreiber werden sich diese Effekte gegenseitig aufheben. Der Vergleich mit dem für die medizinische Verwendung vorgesehenen Cannabis (der legale, stark beschränkte Anbau von Marihuana z.B. für Rheumapatienten), den die niederländischen Minister immer wieder herbeiziehen, hinkt, da es sich hier um wesentlich kleinere Mengen handelt. Außerdem wird dabei für jede einzelne Pflanze ein ganzes Expertenkonsortium herangezogen, um den Anbau zu betreuen und zu kontrollieren.

13. Der THC-Gehalt im Cannabis aus dem regulierten Markt wird sinken, deshalb werden die "Hardliner" weiterhin auf dem illegalen Markt kaufen.

Der THC-Gehalt (man könnte auch sagen: der "Alkoholprozentsatz" des Cannabis) geht bereits heute zurück, nachdem er jahrelang zugenommen hat. Die Konsumenten wollen WEICHE Drogen, das "harte" Cannabis, das vorübergehend auf dem Markt war, ist ihnen in seiner Wirkung viel zu stark. In der Kneipe wird schließlich auch mehr Bier als Whisky getrunken. Der Markt wird die Angelegenheit also selbst regeln.

14. Maastricht verlagert sein Problem an die belgische Grenze

Es ist genau umgekehrt: Belgien wälzt seine Probleme auf Maastricht ab. Der Besitz von weniger als 3 Gramm Cannabis wird von der belgischen Justiz nicht verfolgt. Man darf in Belgien also Cannabis bei sich haben. Man darf es nur nicht in Belgien kaufen. Dazu muss man nach Maastricht fahren. Und dadurch wird Belgien zu einem gigantischen Problem für unsere Stadt.

Dieses Problem wollen wir lösen, indem wir mehrere Coffeeshops (8 der insgesamt 15) aus der unübersichtlichen Innenstadt und aus den Wohngebieten herausholen und in Gruppen von jeweils 2 oder 3 in drei „CoffeeCorners“ am Stadtrand ansiedeln.

Diese Gebiete am Stadtrand liegen teilweise an der niederländisch-belgischen Staatsgrenze. Dennoch halten wir letztendlich mehr Abstand zur Grenze als bisher. Die beiden größten Coffeeshops der Stadt Maastricht - die bekannten Cannabisschiffe, die fast ausschließlich von belgischen Kunden besucht werden - liegen derzeit 3,5 Kilometer von der Grenze entfernt. In der neuen Situation werden es 8,3 Kilometer.
Wer über Smeermaas (Lanaken) nach Maastricht hineinfährt, kam bisher 2100 Meter hinter der Grenze an zwei Coffeeshops (am Bosscherweg) vorbei. Diese rücken nun tatsächlich näher zur Grenze hin, und zwar auf 600 Meter. Aber sie liegen dadurch in einer viel besser zu kontrollierenden Umgebung. Im Gegenzug verschwinden übrigens zwei weitere Coffeeshops: an der Annalaan und der Brusselsestraat (2,7 bzw. 3,4 Kilometer von der Grenze entfernt).

Im Durchschnitt wird die Entfernung der Coffeeshops zur Grenze also größer als in der heutigen Situation. Zudem sind sie besser erreichbar. Auch die Parkplatzsituation wird verbessert, wodurch die - vor allem von belgischen Drogentouristen verursachte - erhebliche Störung der öffentlichen Ordnung in der Stadt abnehmen wird. Gegen diese Drogentouristen an sich ist nichts einzuwenden, es ist nur ihre große Zahl, die in den kleinen gewundenen Gassen Maastrichts und in den Wohngebieten die öffentliche Ruhe und Ordnung stört. In den neuen CoffeeCorners können wir außerdem besser gegen den illegalen Straßenverkauf vorgehen. Und es werden Eingangskontrollen eingeführt, die strenger sind als auf dem Flughafen Zaventem.

Maastricht verlagert also nicht sein Problem nach Belgien - Maastricht löst ein Problem. Für die eigenen Bürger, die unter den Auswüchsen des Drogentourismus leiden und ihn satt haben, für seine Nachbarn und für seine Gäste. Auch diese stammen überwiegend aus Belgien - Menschen, die in Maastricht sicher wohnen, ausgehen, einkaufen, arbeiten und parken möchten.

15. Hypocrite?

Yearly dead-rates in the Netherlands as a result of:

Obesitas: 40.000
Tobacco: 18.000
Alcohol: 3.500
Harddrugs: 60
Magic Mushrooms: 0,1
Cannabis: 0

Schlussfolgerung

Die niederländische Politik ist gut für die Volksgesundheit, da sie die Zahl der Cannabiskonsumenten senkt und den Schritt zu harten Drogen erschwert. Sie ist jedoch schlecht für die Gesellschaft als solche, da die Produktion und der Handel dem organisierten Verbrechen überlassen werden.

Das ließe sich ändern, indem nicht nur der Verkauf und Konsum, sondern auch der Anbau und Zwischenhandel unter strengen Auflagen reguliert würden.

Auf lokaler Ebene - insbesondere in Grenzstädten - kommt noch ein weiterer Aspekt hinzu: die Störung der öffentlichen Ruhe und Ordnung durch die vielen Cannabistouristen. Hier gäbe es eine Lösung: die Verlagerung der Coffeeshops an Stellen, an denen die ausländischen Besucher vorbeifahren und an denen nur wenige Menschen wohnen.

Das setzt jedoch häufig die Mitwirkung der Nachbarkommunen voraus, in denen es momentan keine Coffeeshops gibt (diese befinden sich ausnahmslos in den Zentrumsstädten wie Maastricht) und die daher nicht gerade begeistert davon wären, wenn sich ein Coffeeshop in ihrer Nähe ansiedeln würde.

Das ist verständlich. Die Alternative sähe jedoch noch schlechter aus:

1. Wenn die Nachbarkommunen nicht kooperieren, werden Städte wie Maastricht die Zahl der Coffeeshops reduzieren; genau ausreichent um den Eigenbedarf der Stadt zu decken. Der Markt wird dadurch nicht kleiner: Er weicht auf die umliegenden Städte und Gemeinden aus.

2. Falls Den Haag sich nicht für die Regulierung des "Hintereingangs" (Anbau und Handel) einsetzt, wird Maastricht andere Wege suchen, um das Gleichgewicht - die Konsequenz in der Politik - zu erreichen. Und das geht nur durch die Schließung aller Coffeeshops. Wenn der Hintereingang fest verschlossen bleibt, werden wir in absehbarer Zeit auch den Vordereingang zusperren müssen.

In den Nachbarkommunen werden die Probleme dadurch nur noch größer. Es ist und bleibt einfach illusorisch zu denken, dass der Cannabisbedarf zurückgeht.

Die wahren Opfer sind dabei vor allem die jugendlichen Konsumenten. Sie müssen ihr Cannabis bei kriminellen Dealern kaufen, die nicht davor zurückschrecken, ihnen auch harte Drogen anzubieten. So geschieht es in Frankreich, England, den USA und vielen anderen westlichen Ländern. Länder, in denen der Konsum sowohl von Cannabis als auch von harten Drogen viele Male höher ist als in den Niederlanden.

Zum Wohle der Konsumenten und Nicht-Konsumenten von Cannabis ist eine strenge Regulierung des Vorder- und Hintereingangs mit einer sinnvollen Verteilungsstrategie die beste Lösung.

Wir sprechen hier aber, wie oben erwähnt, von einem Gesamtpaket. Vordereingang, Hintereingang und Verteilung: Alles muss in einer einzigen Politik zusammengefasst werden. Ansonsten müssten wir auf Plan B zurückgreifen: das gängige europäische Modell. Das bedeutet: mehr Konsumenten, mehr Umsteiger auf harte Drogen, mehr Kriminalität, mehr Schaden für die Gesellschaft.

Der bekannte "Crime-fighter" des FBI Joseph McNamara und George Shultz, "Falke" der Reagan-Regierung, kamen im Jahre 1998 zu einer bemerkenswerten Schlussfolgerung. Einer - von ihrem Standpunkt aus betrachtet - mutigen Schlussfolgerung. Zu einer Schlussfolgerung, die uns aber eigentlich schon seit langem bekannt ist, wenn wir uns nur trauen, das Drogenproblem rationell und nicht moralisch zu betrachten. In einem Schreiben an Kofi Anan, das auch unser Ex-Ministerpräsident Dries van Agt unterzeichnete, brachten sie es auf den Punkt: "The war on drugs causes more harm than drugs-abuse itself."

http://www.maastricht.nl/maastricht/show/id=221417/framenoid=39732

 

[Caduceus Mercurius]

15 malentendus (et 1 conclusion) à propos du cannabis

1. Avoir moins de coffee-shops diminuera la consommation de cannabis

Faux. Aux Pays-Bas, le seul pays occidental où le cannabis est vendu « légalement » dans les coffee-shops, 13 % des jeunes consomment du cannabis. Dans les pays où la consommation de cannabis est sévèrement punie, davantage de jeunes consomment cette substance : Belgique, Irlande, États-Unis (17 %), Royaume-Uni (20 %), France (22 %).

2. Une personne qui consomme du cannabis court davantage de risques de passer aux drogues dures (« tremplin »)

En soi, cette affirmation est vraie : un consommateur de whisky a commencé par de la bière, et il n’est pas passé directement de la limonade aux boissons fortes. C’est pour cela qu’il est important de ne jamais franchir le premier pas, et les Pays-Bas ont plutôt bien réussi dans ce genre de mesures : à peine 12 % de l’ensemble de la population ont consommé au moins une fois du cannabis. Aux États-Unis ce taux est de 28 %, et en Australie de 40 %. Il en résulte que les Pays-Bas connaissent peu d’utilisateurs de drogues dures, et peu de morts dus aux drogues.

3. Les coffee-shops poussent à l’achat de drogues dures

Faux. Au contraire, les coffee-shops permettent une nette distinction entre drogues douces et drogues dures. Le consommateur de cannabis recherche volontiers un endroit sûr, légal et convivial, et ne se dirige pas volontiers vers le monde dur, illégal et criminel des drogues dures.
Dans les pays où le cannabis et la cocaïne, le haschisch et l’héroïne sont également illégaux, le consommateur de cannabis est dès le départ livré aux dealers criminels. Il se trouve déjà dans ce monde sinistre, et le passage aux drogues dures s’opère facilement.
Comme le prouvent les chiffres, 3 habitants sur 1 000 de la tranche d’âge 15-64 ans sont dépendants des drogues dures aux Pays-Bas. Au Luxembourg, au Royaume-Uni, en Italie, au Portugal et au Danemark, le taux oscille entre 7 et 10 par 1 000 habitants. En ce qui concerne la morbidité, on relève aux Pays-Bas 1 décès dû aux drogues par 100 000 habitants, en Allemagne, Suède et Finlande entre 1 et 2 par 100 000 habitants, au Danemark 5 et en Norvège 8.

4. Les coffee-shops provoquent des nuisances

Ce n’est pas obligatoirement le cas. Les tenanciers de coffee-shops ont tout intérêt à ce que le calme et la sécurité règnent, faute de quoi ils risquent de perdre une licence très lucrative, et le fumeur de cannabis n’a pas la réputation d’être un fauteur de troubles. Il y a certes beaucoup de nuisances à Maastricht, mais cela est dû au grand nombre de narcotouristes. Chaque année, 1,5 million d’étrangers viennent à Maastricht pour le cannabis, un nombre qui suffit à lui seul à provoquer des nuisances.
Il va de soi qu’il est possible de conclure des accords avec des tenanciers de coffee-shops de bonne foi à propos de ces nuisances : les pouvoirs publics peuvent tenter de les déplacer pour les installer aux abords de la ville. Ces tenanciers coopèrent avec ce projet car ils veulent continuer à faire des affaires en toute tranquillité. Des accords de ce type ne sont pas possibles avec des tenanciers de coffee-shops clandestins.

5. La culture du cannabis est par définition entre les mains de criminels

Cela n’est pas nécessairement le cas bien entendu, on peut également prévoir que des tenanciers de coffee-shops de bonne foi soient approvisionnés par des cultivateurs de bonne foi et des distributeurs de bonne foi.
Les Pays-Bas ont toutefois choisi de laisser la culture et le commerce aux mains du crime organisé. En effet, un coffee-shop peut vendre du cannabis, un client peut le consommer, mais personne ne peut le cultiver ni le distribuer. Et puisqu’il faut bien le produire, des criminels (et des cultivateurs clandestins à domicile) s’en chargent. Et c’est ainsi que chaque année, rien qu’à Maastricht, des criminels parviennent à gagner environ 50 millions d’euros.
Cela va bien au-delà des objectifs de la politique de tolérance : politique très favorable à la mafia, mais déstabilisante pour les citoyens de Maastricht, Tilburg, Rotterdam ou Amsterdam.

6. On peut éliminer cette criminalité en éliminant la culture et le commerce du cannabis

Cela ne marchera jamais. Comme nous l’avons vu plus haut, la régulation de la vente et de la consommation présente de grands avantages par rapport à la fermeture des coffee-shops. Mais il convient également de réguler l’approvisionnement, faute de quoi on continue à alimenter la criminalité. En effet, si l’on continue à autoriser la vente, il faut bien que le cannabis vienne de quelque part. Si on autorise un boulanger à vendre du pain, il faut bien qu’il puisse y mettre de la farine.

Et tant que l’on tolère des boulangers, il faut bien qu’il y ait des céréaliers et des meuniers. Cela vaut également pour les coffee-shops : toute culture que l’on ferme en amène une nouvelle. et si l’on parvient avec beaucoup de violence à les éradiquer de la ville de Maastricht, elles refleuriront aux alentours, selon le principe des vases communicants.

On peut bien entendu choisir de fermer les boulangeries (coffee-shops), ce qui serait au moins cohérent. Si le gouvernement néerlandais ne souhaite pas réglementer les approvisionnements, Maastricht sera dans l’obligation de choisir une stricte politique d’assainissement de la ville. Mais il en ira de même avec les coffee-shops et les cultures que ce ne serait le cas avec les boulangeries et les céréaliers : ils referont illégalement surface ailleurs, en dehors de Maastricht. Car qu’il s’agisse du pain ou du cannabis la demande reste forte, et comme nous l’avons vu au point 1, les pays sans coffee-shops connaissent même une consommation plus élevée qu’aux Pays-Bas.

C’est la raison pour laquelle Maastricht avance une proposition visant simultanément d’une part à réguler de manière très stricte la culture et le commerce, et d’autre part à déplacer les coffee-shops vers des sites où ils ne provoqueront pas de nuisances. Une politique de ce type ne peut fonctionner que dans une totale cohérence.

Nous sommes en faveur de cette approche car elle mène à une diminution de la consommation de cannabis, à une baisse de la consommation des drogues dures, à moins de nuisances et à moins de criminalité. L’alternative consiste à mener une guerre sans merci contre la drogue, à assainir la ville, mais cela aboutira à la poursuite illégale des activités liées à la drogue en dehors de Maastricht.

7. La régulation de la culture et du commerce favorisera le narcotourisme

Cela n’a pas de sens. Les étrangers se rendent dans les coffee-shops parce qu’on peut y acheter du cannabis (5 grammes par personne au maximum) sans se faire arrêter. Ils se moquent éperdument de la manière dont le cannabis parvient au coffee-shop.

8. La révélation des approvisionnements est juridiquement impossible

La régulation actuelle des activités (la vente de cannabis à des particuliers selon des conditions très strictes et sous un contrôle également strict) est elle aussi juridiquement impossible. En effet, la loi néerlandaise sur les stupéfiants (« Opiumwet ») interdit totalement la possession de cannabis. Le ministre de la Justice donne toutefois une injonction au Ministère public : absence de poursuite pour une possession à titre individuel inférieure à 5 grammes, ainsi que pour un stock de moins de 500 grammes dans les coffee-shops.

Une approche similaire pourrait être imaginée pour réguler les approvisionnements. Il n’est pas possible de légaliser cet aspect, et nous ne le voulons d’ailleurs pas, mais nous souhaitons néanmoins pouvoir le réguler.

9. La régulation des approvisionnements rencontre des objections au niveau de l’Europe

M. Frattini, commissaire européen en charge entre autres des affaires de drogue, déclarait en mai dans le Volkskrant : Les Pays-Bas doivent décider pour eux-mêmes, il s’agit d’une question nationale tant que cela ne nuit pas aux pays voisins. Les pays voisins subissent précisément MAINTENANT des nuisances suite à la politique plus sévère des Pays-Bas vis-à-vis des cultures. Et ils s’en plaignent à bon droit : cette politique plus ferme fait fuir la production totalement vers la Belgique et l’Allemagne. Récemment, beaucoup de plantations ont été fermées mais sont réapparues ailleurs par la suite. En effet, ce marché ne faiblit pas, comme nous l’avons vu plus haut, et il faut donc que le cannabis soit produit quelque part.

10. M. Leers, maire de Maastricht, est en faveur de la consommation de cannabis

Cette affirmation est réellement fantaisiste. M. Leers, le maire de Maastricht, n’a rien à voir avec le monde du cannabis, n’en a jamais consommé, et espère que les jeunes n’y toucheront jamais. Maastricht a opté pour une politique de prévention vis-à-vis des jeunes, les Pays-Bas ont démontré leur succès en la matière, et Maastricht appuie cette approche.

Le problème est que les objections morales du maire à l’encontre du cannabis ne peuvent pas être résolues par des discours moralisateurs.
Si l’on opte pour ce type de discours, il faut fermer les coffee-shops, ce qui signifie : davantage de jeunes consommant du cannabis, davantage de passages aux drogues dures, et une criminalité renforcée.

11. La régulation de la culture et du commerce n’a pas de sens. La criminalité continue à exister.

Nous consacrons actuellement un tiers des forces de police à combattre quelque chose qui ne peut pas être combattu parce que nous lui avons donné une place dans notre société : la culture du cannabis. Toute culture que nous détruisons réapparaît à un autre endroit. Le problème pourrait être résolu en majeure partie si nous enlevons l’approvisionnement des établissements légaux des mains de la mafia pour le confier à des cultivateurs de bonne foi. Nous pourrions alors affecter les forces de police à combattre ce qui reste de criminalité, ce qui serait beaucoup plus efficace.

12. La régulation de la culture et du commerce fera monter les prix, ce qui rendra le cannabis illégal plus attrayant

C’est peu probable. Les prix baisseront parce qu’il ne sera plus nécessaire de payer des primes de risque. Mais ils augmenteront en partie parce que le cultivateur légal devra également payer un impôt légal et des cotisations salariales. Selon les tenanciers des coffee-shops, ces deux effets s’annuleront. La comparaison que les ministres néerlandais font parfois avec le cannabis médicinal (culture de marijuana légale et très limitée pour des patients souffrant par exemple de rhumatismes) n’est pas très adéquate car il s’agit en l’occurrence de quantités beaucoup plus faibles et que chaque petite culture est encadrée et contrôlée par tout un panel de sommités médicales.

13. Pour le cannabis régulé, le taux de THC sera plus faible, et les consommateurs les plus « durs » continueront à rechercher l’illégalité

Le taux de THC (ce qui équivaut pour le cannabis au « taux d’alcool ») est actuellement déjà en baisse après avoir été en augmentation pendant des années. Les consommateurs veulent des drogues DOUCES et rejettent l’offre de cannabis « dur » qui a provisoirement été présent sur le marché. Ils n’en veulent pas. C’est un peu comparable au bistro, où l’on boit davantage de bière que de whisky : la régulation se fait par le marché.

14. Maastricht déplace ses problèmes vers la frontière belge

C'est exactement le contraire : la Belgique déplace ses problèmes vers Maastricht. En Belgique, la Justice ne poursuit pas les personnes détenant moins de 3 grammes de cannabis. Celles-ci peuvent donc détenir du cannabis en Belgique, mais ne peuvent pas l'acheter dans ce pays, et c'est pour cette raison qu'elles se rendent à Maastricht. Le résultat, c'est que la Belgique provoque un énorme problème dans notre ville.

Nous allons nous attaquer à ce problème en déplaçant plusieurs Coffeeshops (8 sur les 15) du centre ville et de quartiers difficiles à surveiller pour les concentrer par groupe de 2 ou 3 dans trois « CoffeeCorners » aux abords de la ville.

Ces abords coïncident partiellement avec la frontière entre les Pays-Bas et la Belgique, mais restent au final plus éloignés de cette frontière que dans la situation antérieure. Les deux plus grands coffeeshops de Maastricht – les célèbres bateaux à cannabis qui fonctionnent presque exclusivement avec une clientèle belge – se situent actuellement à 3,5 kilomètres de la frontière. Cette distance sera désormais de 8,3 kilomètres.
En arrivant à Maastricht en passant par Smeermaas (Lanaken), on trouve à 2 100 mètres après la frontière deux coffeeshops sur le Bosscherweg. La distance sera effectivement plus courte à l'avenir, soit 600 mètres, mais les établissements seront dans un environnement bien plus facile à contrôler. En échange, deux autres établissements disparaissent : sur l’Annalaan et dans la Brusselsestraat (respectivement à 2,7 et 3,4 kilomètres de la frontière).

Les coffeeshops seront donc en moyenne plus éloignés de la frontière que ce n'est le cas actuellement. Ils seront en outre plus facilement accessibles avec un meilleur stationnement, ce qui pourra fortement diminuer les nuisances importantes provoquées par le narcotourisme, notamment belge. Ce ne sont pas ces touristes en tant que tels qui posent problème, mais bien leur masse qui est synonyme de nombreuses nuisances dans les petites rues étroites de Maastricht et dans les quartiers résidentiels. Nous pourrons également mieux contrer la vente illégale dans la rue dans ces nouveaux « CoffeeCorners ». Il y aura en outre un contrôle des accès qui sera plus strict que celui de Zaventem.

La ville de Maastricht ne déplace donc pas ses problèmes vers la Belgique, elle solutionne un problème. Au bénéfice de ses propres citoyens notamment, qui en ont plus qu'assez des nuisances du narcotourisme de masse, mais aussi de ses voisins et ses hôtes. Ceux-ci sont d'ailleurs principalement des Belges qui veulent habiter, se distraire, faire du shopping, travailler et garer leur voiture à Maastricht en toute sécurité.

15. Hypocrite?

Yearly dead-rates in the Netherlands as a result of:

Obesitas: 40.000
Tobacco: 18.000
Alcohol: 3.500
Harddrugs: 60
Magic Mushrooms: 0,1
Cannabis: 0

Conclusion

La politique néerlandaise en la matière est bonne pour la santé publique, car elle aboutit à un nombre relativement faible de consommateurs de cannabis et à des passages limités aux drogues dures. Cette politique a un aspect négatif pour l’ensemble de la société car la production et le commerce sont laissés aux mains du crime organisé.

Cet aspect peut être combattu en régulant par des conditions très strictes non seulement la vente et la consommation, mais également la culture et la distribution.

Au niveau local, et surtout dans les villes frontières, il faut aussi tenir compte d’un autre aspect : les nuisances causées par l’afflux de narcotouristes étrangers. La solution que l’on peut envisager en l’occurrence est de déplacer les coffee-shops vers des endroits facilement accessibles par les étrangers et faiblement peuplés.

En l’espèce, la coopération des communes voisines est souvent nécessaire étant donné qu’elles n’ont pas de coffee-shops (ceux-ci se situent surtout dans la commune centrale, à savoir Maastricht) et qu’elles ne manifestent pas un enthousiasme particulier pour en avoir.

Cela est compréhensible, mais l’alternative est encore moins attrayante :

1. Si les communes voisines ne coopèrent pas, la ville de Maastricht devra réduire le nombre de coffee-shops soit le nombre nécessaire pour pourvoir aux besoins de sa propre population. La demande ne faiblira pas, et le marché se déplacera donc vers les communes des alentours.

2. Si le gouvernement à La Haye n’apporte pas sa contribution à la régulation des approvisionnements (culture et commerce), la ville de Maastricht devra chercher à rétablir l’équilibre (les conséquences pour la politique en la matière) d’une autre manière. Et cela ne pourra se faire que par la fermeture de tous les coffee-shops. Si l’on ne peut pas réguler la façon dont ce marché s’approvisionne, il faudra à terme cesser de tolérer la vente et la consommation.

Les nuisances pour les communes voisines ne feront que croître, car c’est et cela restera une illusion de croire que les besoins en cannabis diminueront.

Mais les véritables victimes seront surtout les jeunes. Ils devront acheter leurs cannabis auprès de criminels endurcis qui n’auront de cesse de les attirer vers les drogues dures. C’est le cas en France, en Angleterre, aux États-Unis et dans de nombreux autres pays occidentaux ; des pays où la consommation tant de cannabis que de drogues dures est beaucoup plus élevée qu’aux Pays-Bas.

La meilleure solution pour les consommateurs de cannabis et les autres citoyens est une stricte régulation tant des approvisionnements que de la vente et de la consommation, avec une politique adéquate de répartition des établissements.

Mais comme nous venons de le démontrer, il s’agit d’un ensemble : la politique en la matière doit porter simultanément tant sur les approvisionnements que la vente et la consommation, ainsi que sur la répartition des coffee-shops. Si tel n’est pas le cas, nous en revenons au modèle européen standard, avec davantage de consommateurs, davantage de passages aux drogues dures, plus de criminalité et davantage de dégâts sociaux.

Le célèbre criminologue du FBI Joseph McNamara, et George Shultz, secrétaire d’état du gouvernement Reagan, ont abouti dans un courrier célèbre de 1998 à une conclusion assez remarquable par rapport à leurs positions habituelles. Mais il s’agit d’une conclusion que nous connaissons depuis longtemps si nous avons le courage d’aborder la problématique des drogues d’un point de vue rationnel et non moral. Ils écrivaient dans ce courrier adressé à Kofi Annan et signé aussi par Dries van Agt, ancien premier ministre néerlandais : « We believe that the global war on drugs is now causing more harm than drug abuse itself. » (« Nous estimons que la lutte totale contre la drogue cause aujourd’hui davantage de dégâts que la consommation de drogue en tant que telle »).

http://www.maastricht.nl/maastricht/show/id=221417/framenoid=39732

 

[mysticwarrior]

Good post :) It's good that we have such people on our side :)

 

[silv]

If anyone will ever save the CDA it will be Gerd Leers, even though I don't agree with his opinion on a lot of things (for example wether people should or should'nt use cannabis ;)), you can clearly see that he aims to reduce the problem in a realistic way instead of choosing a path that's based on views of how the world should be rather than it's effectivity in reducing a problem.

 

[restin]

Very good text. If people should or should not use cannabis is the opinion of the people. But I think it is OK if the amount is reduced, so only people use it who use it for purposes that are beneficial for themselves.

 

[Forkbender]

^and who decides what is beneficial and what is not? The extremes are pretty clear, but there is a big grey area. Should we also limit the amount of food people can buy in one day because you can overeat?

I think we should teach people how to deal with drugs, not try to prevent them doing stupid things from the supply side of the market.

Oh, and respect to the text.

 

[Pariah]

Great article, thanks.

One way of reducing drug tourism would be to implement a passport check in the coffee shop... although personally I don't see a problem with "drug tourism", I can understand why the dutch may not appreciate it. Ofcourse there are ethical problems with the passport check: one rule for some people, another for a different group.

ofcourse if every EU country would decriminalise, there wouldn't be the "problem" in the first place *sigh.*

 

[restin]

^and who decides what is beneficial and what is not? The extremes are pretty clear, but there is a big grey area. Should we also limit the amount of food people can buy in one day because you can overeat?

I think we should teach people how to deal with drugs, not try to prevent them doing stupid things from the supply side of the market.

Difficult question, if I knew it, I would now be rich from selling the idea. Use vs. Abuse. On the other hand, I think that drugs were always used for psychedelic AND recreational purpose-